Pageviews = 2Blz = 2

Sociaal-democraat

Rindert van Zinderen Bakker
De timmerman Rindert van Zinderen Bakker (1845-1927) was de grondlegger van de arbeidersbeweging in het zuidoosten van Friesland. In 1871 richte hij met anderen in Gorredijk een werkliedenvereniging op. Sindsdien trad hij met grote regelmaat op als spreker en propagandist voor de arbeidersbeweging op. Die activiteiten maakten dat zijn klanten wegliepen en dat zijn bedrijfje failliet ging. In 1880 moest hij naar Amsterdam om als timmerknecht werk te vinden. In die jaren maakte hij kennis met de beginnende socialistische beweging en kwam hij in contact met Domela Nieuwenhuis. Na korte tijd kon hij terug naar Gorredijk om met steun van een vroegere baas een eigen timmerbedrijfje te beginnen.

Rindert van Zinderen Bakker
In 1882 haalde hij Domela naar Gorredijk om op een vergadering van de werkliedenvereniging te spreken. In 1883 sloot de vereniging zich aan bij de Sociaal-Democratische Bond. Van daaruit verspreidde het socialisme zich over de Friese Zuidoosthoek. Bakker speelde daarbij als populair spreker voor het socialisme en het algemeen kiesrecht een belangrijke rol. Hij sprak de stakende veenarbeiders in Nij Beets toe, maar werd bijvoorbeeld ook in Amsterdam en Enschede als spreker gevraagd. Met een van zijn knechten haalde hij een propagandistisch kunststukje uit. In februari 1887 beklommen ze op de verjaardag van de weinig geliefde koning Willem III de kerktoren van Gorredijk om er de rode vlag te laten wapperen. Omdat het stormde, durfde niemand het dak op om de vlag naar beneden te halen.

Gemeenteraadslid

armengeld
In 1891 werd hij gekozen als gemeenteraadslid van Opsterland. Hij kreeg gezelschap van nog 4 socialisten. De timmerman Willem Vrijburg uit Beetsterzwaag werd tot wethouder gekozen. Vrijburg was de eerste socialistische wethouder van Nederland. Toen de socialistentwee jaar later, ondanks het uiterst beperkte kiesrecht, in Opsterland de meerderheid in de raad kregen, nam Van Zinderen de andere wethouderszetel in. Hij werd daarmee de tweede socialistische wethouder van Nederland. De raad van Opsterland kwam daarna al spoedig in conflict met de regering over de hoogte van de armenzorg en de werkverschaffing. Provinciale Staten keurden vervolgens de begroting af en de raad trad collectief af. Via een inderhaast door de Tweede Kamer gejaagd noodwetje kwam Opsterland onder curatele.

Bakker bracht als bestuurslid van Plaatselijk Belang Kortezwaag tal van verbeteringen tot stand. Daarnaast schonk hij de socialistische beweging twee toneelstukken en tal van strijdliederen. 'De wapens neer' werd nog decennia daarna gezongen.

Lid van Provinciale Staten.

Zwaag, Stienstra, van Zinderen Bakker
In 1895 werd Bakker als eerste socialist in Nederland gekozen tot lid van Provinciale Staten. Dat werk lag hem minder. Hij bedankte dan ook na 2 jaar. Zijn hart lag bij het praktische werk en de ontginning van woeste gronden om werk te scheppen. Hij probeerde daarvoor welgestelde Nederlanders te interesseren en werkte samen met vooruitstrevende liberalen om de armoede in Friesland aan te pakken. Zijn visie was, dat men met armoedzaaiers geen maatschappelijke veranderingen tot stand kon brengen. Daarvoor waren bewuste, goed opgeleide arbeiders nodig. En daarom moesten eerst de werkloosheid en de ergste misstanden worden aangepakt. In 1896 vroeg de schatrijke tabakshandelaar P.W. Janssen hem ontginningsprojecten in Friesland op te zetten. Bakker werd als hoofdopzichter de grote man van P.W. Janssen's Friesche Stichting. Ook andere welgestelden bracht hij ertoe om geld in ontginningswerken te steken. In 1904 werd hij directeur van de Maatschappij Landontginning in Den Haag. Hij bedankte in 1905 als wethouder en verhuisde naar het westen van het land. In 1925 keerde hij terug naar zijn geboorteplaats Kortezwaag.