Joden in Gorredijk

Synagoge
Pentekening
Interieur
Interieur
De eerste joden vestigden zich in de tweede helft van de achttiende eeuw in Gorredijk, waar geen economische beperkingen voor joden waren. Rond 1800 was het aantal joden groot genoeg om een gemeente te organiseren. In 1804 werd een begraafplaats gekocht in Kortezwaag, ter vervanging van de begraafplaats in Noordwolde. Aanvankelijk kwam men voor de godsdienstoefeningen bijeen in een lokaal aan de Noordoost-Dubbelestraat. In 1807 werd aan de Langewal een kleine synagoge ingewijd, die tien jaar later uitgebreid werd met een school en een onderwijzerswoning. De school werd in 1856 vervangen door een nieuw gebouw.

Ringsynagoge

10 geboden
10 geboden
In 1817 werd Gorredijk een Ringsynagoge in het kader van de ressortale indeling van het Nederlands Israelitisch Kerkgenootschap. Bijkerken waren Noordwolde, Drachten (tot 1821) en Heerenveen. Naast de kerkenraad en het kerkbestuur waren de volgende organisaties actief: een genootschap voor talmoedstudie en verzorging van de doden voor mannen, een begrafenisvereniging voor vrouwen en een vereniging, die verantwoordelijk was voor het plaatsen van grafstenen. Vanaf het eind van de negentiende eeuw was er ook een afdeling van de Alliance Israelite Universelle. In 1853 werd door de joodse gemeente een armhuis opgericht. Een joodse toneelgroep gaf in 1871 enige opvoeringen.
Al voor de Tweede Wereldoorlog was de joodse gemeenschap in en rond Gorredijk zo klein geworden, dat er slechts nog onregelmatig godsdienstoefeningen gehouden konden worden. Vanaf september 1942 werd het overgrote deel der joden uit Gorredijk en omgeving gedeporteerd en vervolgens in de concentratiekampen vermoord. Slechts enkelen doken onder. In de omgeving hebben tijdens de bezetting nog enkele tientallen joden uit andere plaatsen ondergedoken gezeten.
De joodse gemeente Gorredijk werd in 1948 opgeheven en bij die van Leeuwarden gevoegd. De synagoge, die de oorlogsjaren doorstaan had, werd in 1953 wegens de bouwvallige staat afgebroken. De gemeente Opsterland, waartoe Gorredijk behoort, zorgt voor het onderhoud van de joodse begraafplaats aan de Dwarsfeart.
In 1956 is een gedenksteen aan een pand in de Hoofdstraat aangebracht, ter herinnering aan de verdwenen joodse inwoners van Gorredijk. In april 2001 werd in het Van Haersmapark te Drachten een monument onthuld ter nagedachtenis aan de 14 joodse inwoners van Drachten en Smallingerland die in de Tweede Wereldoorlog omkwamen.
Fam Colthof
Aantal joden in Gorredijk en omgeving:
1798 39
1809 70
1840 153
1869 186
1899 137
1930 47

Joodse school en huis van de leraar

Joodse school en huis van de leraar
Joodse school en huis van de leraar
Joodse school en huis van de leraar
Joodse school en huis van de leraar
Het huis staat nu op de monumentenlijst


100 jaar Synagoge in Gorredijk

100 jaar Synagoge in Gorredijk
Blz uit het besnijdenisregister 1775
Afbraak van de synagoge
  • 1755 Jacob de Joode, is - voor zover bekend - de eerste Jood, die zich in Gorredijk vestigt.
  • 1804 Joodse begraafplaats aangelegd in Kortezwaag.
  • 1807 Synagoge gebouwd
  • 1856 Joodse school gebouwd.
  • 1871 Joodse toneelvereniging ''De Harpe Davids'' geeft publieke voorstellingen.
  • 1948 Joodse gemeente opgeheven en bij die van Leeuwarden gevoegd
  • 1953 Synagoge afgebroken
  • 1956 Joods monument onthuld
  • 16 juli 1999 Vrijwilligers Paul Zuidema en Truus Oosterom nemen joodse begraafplaats onder handen.

Het Joodse Armhuis

Gedenkteken voor de verdwenen joodse gemeenschap van Gorredijk
De laatste bezitting van de gemeente die genoemd moet worden is het joodse armhuis. Wat in de volksmond het 'joadske earmhús' genoemd werd was in werkelijkheid een klein complex van woningen, waarin armlastige gemeenteleden werden gehuisvest. In 1825 werd het eerste huis aangekocht, waar in de loop der jaren nog een drietal woningen werd bijgebouwd. De bewoners moesten een kleine huur betalen. Omdat het armhuis niet rendabel was werd het in 1866 van de hand gedaan.
De joodse gemeente van Gorredijk heeft een aantal verenigingen gekend. Daarvan was de bekendste 'Tif'eret Bachoeriem Gemieloet Chasadiem', waarvan de leden zich bezig hielden met het bestuderen van de Talmoed.
Van de joodse inwoners van Gorredijk verdiende het merendeel de kost als koopman en slager; een enkeling was schilder of borstelmaker. Joodse arbeiders waren er niet. Vermeldenswaard is nog, dat in 1812 zeker negen Gorredijkster joden door de tijd kwamen als verkopers van loten van de Hollandsche Loterij.
Wat er nog aan joods leven in Gorredijk over was werd in de bezettingsjaren grotendeels vernietigd. Slechts twee gemeenteleden hebben de oorlog overleefd. In dit verband mag niet onvermeld blijven, dat enige tientallen joden uit andere plaatsen in Gorredijk en omgeving een onderduikadres vonden.
Na de oorlog werd de joodse gemeente van Gorredijk bij die van Leeuwarden gevoegd. De synagoge was door de bezetters ongemoeid gelaten. De Thorarollen stonden bij de bevrijding volkomen onaangeroerd op hun plaats. Het interieur van de synagoge kreeg een plaats in de kleine synagoge die in Leeuwarden werd ingericht. De Thorarollen zijn naar Israël overgebracht.
De synagoge werd aan de gemeente Opsterland overgedragen, die tot de konklusie kwam dat het danig in de versukkeling geraakte gebouw rijp was voor de afbraak. De grond waarop het had gestaan werd verkocht. De opbrengst werd bestemd voor het oprichten van een gedenkteken voor de verdwenen joodse gemeenschap van Gorredijk, dat in 1956 werd onthuld.